ZITTEND NAAKT

ZITTEND NAAKT (WILLY KREITZ)

In een perkje aan het begin van de Stationsstraat wordt onze aandacht getrokken door de rust en de elegantie die het bronzen beeld ‘Zittend Naakt’ van Willy Kreitz uitstraalt.

De bedoeling van dit beeld uit 1955 is eigenlijk heel eenvoudig: ‘zonder meer, mooi zijn’. Het brengt een ode aan de schoonheid van de menselijke figuur. De zittende houding van de jonge vrouw met opgetrokken benen, omstrengeld door beide armen, bundelt alle dynamische krachten en geeft deze figuur een stabiel evenwicht. De serene uitdrukking op het gelaat contrasteert met het speelse paardenstaartje.

Door zijn compacte eenvoud van vorm was het ontwerp ideaal om uit één blok blauwe hardsteen te worden gekapt. Dat stenen origineel is opgenomen in de vaste collectie van het openluchtmuseum Middelheim te Antwerpen. Kreitz is een typische beeldhouwer van werk in de open ruimte. Zijn vormentaal is typisch voor de kunstperiode 1930-1940: een idealisering van de menselijke figuur, ontdaan van onnodige details, waardoor de schoonheid van de vorm benadrukt wordt. Door deze vormgeving verliest het beeld, zelfs op grote afstand, niets van zijn vormelijkheid. Kunst in de Stad heeft het kunstwerk in brons laten uitvoeren.

Willy Kreitz koestert in zijn werk een grote belangstelling voor het menselijk lichaam, bij voorkeur voor het vrouwelijk naakt. Hij vermijdt gebaren die  hinderend werken. De statische figuur is immers een van de edelste vormen van de beeldhouwkunst. Zin voor maat en zuiverheid kenmerkt zijn werk. Een tijdlang wordt hij beïnvloed door de modernistische strekkingen maar uiteindelijk blijft hij een meer traditionele vormgeving trouw. Ook dit beeld toont die typische eigenschappen, met name een heldere vormgeving, een compositie ontdaan van alle overbodige details en een sterke technische uitvoering. Voor Willy Kreitz betekent beeldhouwkunst ‘schoonheid scheppen’.

 

KREITZ Willy (1903-1982)

Willy Kreitz studeert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen (Prijs Van Lerius) en vervolgens aan het Nationaal Hoger Instituut (o.m. in het atelier Ernest Wijnants). In 1932 behaalt hij de ‘Grote Prijs van Rome’. In 1936 wordt hij leraar aan de academie. Van 1964 tot 1968 vervangt hij Mark Macken aan het Hoger Instituut te Antwerpen.

 

 

 

 

Kunst in de Stad, 7 september 1985