DE BARING

DE BARING (KAREL AUBROECK)

Karel Aubroeck behoort tot de belangrijkste Vlaamse beeldhouwers van de 20ste eeuw. Zijn kunst wordt gekenmerkt door monumentaliteit. De kunstenaar hanteert een expressionistische stijl, die verwantschap vertoont met het Duitse expressionisme. Sommige beelden getuigen van een strenge vereenvoudiging door een geometrische en abstraherende vormgeving.  Andere beelden stralen door hun gesloten karakter een onstuimige kracht uit.

‘De Baring’ is een ode aan de vruchtbaarheid en aan de beloftevolle toekomst van de mensheid bij iedere nieuwe geboorte. Het kunstwerk wil niet alleen een boodschap weergeven. De kunstenaar legt zichzelf hoge eisen op en streeft naar een perfecte vormgeving. Dit beeld is duidelijk ontworpen voor de open ruimte. De expressieve houding en alle details in de vormgeving wijzen daarop.

De kunstenaar ontwerpt ook huizen. In 1924 wordt Karel Aubroecks landhuis ‘De Uil’ in de Fonteinstraat te Temse gerealiseerd naar plannen van Aubroeck zelf. Het is een woning in art-decostijl. De woning met galerij en ateliers wordt tussen 1924 en 1938 stelselmatig uitgebreid in functie van grote bestellingen als de vier monumentale beelden voor het IJzermonument te Diksmuide, die ingehuldigd worden op 24 augustus 1930 en het Koning Albertmonument te Nieuwpoort (1938). Een groot deel van deze uitbreidingen, zoals het metselwerk en het gieten van beton, doet Aubroeck naar eigen zeggen zelf. De figuren uit de oorspronkelijke houten voordeur van de woning: de uil, de fontein en Sinte-Amelberga zijn door de kunstenaar gesculpteerd. De huidige eigenaars-zaakvoerders, designers Roger Liekens en Mark Massa (2002), renoveren het huis met respect voor het verleden en laten de tuin heraanleggen door bloembinder Daniël Ost uit Sint- Niklaas.

 

AUBROECK Karel (1884-1986)
Opleiding aan de academie van Temse. Nadien opleiding tot houtsnijder in Mechelen. In 1914 krijgt hij een gouden medaille voor tekenen naar levend model. Na 1918 volgt hij lessen aan de academie van Mechelen. Wordt in 1922 lid van de Wase Kunstkring, waarbij hij als exposant debuteert. Neemt tussen 1922 en 1968 deel aan tentoonstellingen van de Wase Kunstkring en aan vier Biënnales in het Middelheimmuseum. Is eveneens voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Kunsten en Wetenschappen.

 

 

 

Kunst in de Stad, 15 september 2001